Dames en Heren,
Regelmatig klagen patiënten bij hun arts en apotheker dat ze weer andere tabletten hebben gekregen, soms met vervelende gevolgen. Door geneesmiddeltekorten en door het preferentiebeleid van verzekeraars komen omzettingen van een specialité in een generiek geneesmiddel of tussen generieke middelen onderling, ook wel ‘generieke substitutie’ genoemd, inderdaad frequent voor. Geeft dit ernstige problemen of is het vooral de angst voor het onbekende die de patiënten parten speelt? Deze vraag willen we beantwoorden aan de hand van 2 ziektegeschiedenissen.
Patiënt A, een 52-jarige vrouw, heeft al jaren het syndroom van Zollinger-Ellison. Patiënte wordt hiervoor behandeld met Nexium 40 mg 5 dd. Na het patentverval van Nexium, komt ze alleen nog in aanmerking voor behandeling met esomeprazol 40 mg. Hierbij stuit de apotheker direct op grote weerstand van patiënte. Hoewel haar voorgeschiedenis onbekend is bij de apotheek, heeft haar internist gezegd dat zij deze tabletten moet blijven gebruiken. Nadat…
Aanhouden klachten niet noodzakelijkerwijs door substitutie
Voor de goede orde wil ik opmerken dat het aanhouden van de klachten van patient A worden toegeschreven aan substitutie. Dat ligt voor de hand, maar dat hoeft niet. Het proberen van andere substituenten is daarbij onlogisch. Het veranderen van de dosis van het generiek ligt eerder in de rede dan het vervangen door een ander generiek, lijkt mij.
Wim van der Pol, apotheket n.p.