Overlevingsduur van patiënten met een adenocarcinoom in een Barrett-oesofagus

– In a group of 112 patients with an adenocarcinoma in a Barrett oesophagus a retrospective study was made over a period of 11 years (1978-1988) of the influence of surgical treatment, length of the tumour, staging and histological differentiation of the tumour on survival.

The group consisted of 85 males and 27 females with a mean age of 63 years. The main complaints were dysphagia (60) and pain (25). Only six patients were known to have a Barrett oesophagus. Eighty-five patients (76) were subjected to partial resection of oesophagus and cardia. Postoperative mortality amounted to 6.

The five-year-survival rate after resection (n = 85) was 24. The group of patients without regional lymph node metastases had a statistically significantly longer survival (stage 0,I,IIA; 5-year survival 30) than the group with regional lymph node metastases (stage IIB, III; 5-year survival < 10). The best survival was seen in the group with a tumour limited to the submucosa without regional lymph node metastases (stage 0,I; n = 12: 5-year survival 63). Survival was not influenced by the histological degree of differentiation or the length of the tumour.

Samenvatting

Bij een groep van 112 patiënten met een adenocarcinoom in een Barrett-oesofagus werd de invloed van chirurgische behandeling, lengte van de tumor, stadiëring en histologische gradering van de tumor op de overlevingskans onderzocht door middel van een retrospectief onderzoek over een periode van 11 jaar (1978-1988).

Het betrof 85 mannen en 27 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 63 jaar. De belangrijkste klachten waren dysfagie (60) en pijn (25). Slechts 6 patiënten waren bekend wegens een Barrett-oesofagus. Vijfentachtig patiënten (76) ondergingen een partiële resectie van oesofagus en cardia. De postoperatieve sterfte bedroeg 6.

De 5-jaarsoverleving na resectie (n = 85) was 24. De groep patiënten zonder regionale lymfekliermetastasen had een statistisch significant betere overlevingsduur (stadium 0, I, IIA; 5-jaarsoverleving 30) dan de groep met regionale lymfekliermetastasen (stadium IIB, III; 5-jaarsoverleving < 10). De langste overlevingsduur werd gezien in de groep met een tumor beperkt tot de submucosa zonder regionale lymfekliermetastasen (stadium 0, I; n = 12: 5-jaarsoverleving 63). De overlevingsduur werd niet beïnvloed door de histologische differentiatiegraad of de lengte van de tumor.