Samenvatting
- De toenemende prevalenties van overgewicht en zwaarlijvigheid (obesitas) in welgestelde delen van de wereld veroorzaken overal bezorgdheid. Er is historische bewijskracht voor toegenomen sterfte veroorzaakt door overgewicht en obesitas.
- Echter, in alle moderne populaties, inclusief de Aziatische, vindt men de laagste sterfte in de ‘body-mass index’(BMI)-categorie ‘overgewicht’ (BMI: 25,0-29,9 kg/m2). De cardiovasculaire sterfte is daarbij toegenomen, maar dit wordt in evenwicht gehouden door subtiele afnamen van andere sterfteoorzaken. Zelfs in de categorie ‘matige zwaarlijvigheid’ (BMI: 30,0-34,9 kg/m2) is het moeilijk om bewijs te vinden voor toename van totale sterfte.
- Kleinere steekproeven uit prospectieve onderzoeken van de Nederlandse populatie bevestigen deze bevindingen.
- De epidemiologie van overgewicht en obesitas is aan het veranderen. De BMI geeft niet meer dan een benadering van adipositeit en het verband zou slechter kunnen zijn in populaties met grotere lichaamslengte en betere doorvoeding.
- De belangrijkste oorzaak van sterfte bij obesitas, te weten cardiovasculaire ziekte, is sterk afgenomen, deels door de succesvolle aanpak van cardiovasculaire risicofactoren. Daardoor is de sterfte lager in de groep met BMI passend bij overgewicht dan in die met BMI passend bij een normaal gewicht.
- Overgewicht en matige zwaarlijvigheid vormen het tegendeel van roken: roken is letaal en beperkt ziektekosten door sterfte – obesitas is nu een voornamelijk niet-letale aandoening waarbij vroegtijdige sterfte wordt voorkomen door succesvol risicomanagement en waardoor de kosten voor de gezondheidszorg toenemen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2764-9
Reacties