Ovariumcarcinoom bij ouderen; een diagnostisch en therapeutisch dilemma

Klinische praktijk
A.N.M. Wymenga
P.H.B. Willemse
J.G. Aalders
D.Th. Sleijfer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:650-3

Inleiding

Nederland ‘ontgroent’, Nederland vergrijst. In 1980 was 15,6 van de Nederlandse bevolking ouder dan 60 jaar, in het jaar 2000 zal dit naar verwachting 19-20 zijn.1 Vele ziekten treden vooral op oudere leeftijd op, zoals hart- en vaatziekten, reumatische aandoeningen en diabetes mellitus. Hiervoor zijn veelal medicamenteuze behandelingen mogelijk en deze worden in zo ruime mate aan ouderen verstrekt, dat er in The Lancet een redactioneel commentaar verscheen: ‘Need we poison the elderly so often?’2 Ook kanker komt vaak op oudere leeftijd voor; 55 van alle maligniteiten wordt vastgesteld bij patiënten ouder dan 65 jaar,3-6 en naar verwachting zal in het jaar 2000 60-70 van alle kankerpatiënten 65 jaar of ouder zijn.7

Tegen de achtergrond van het beschreven therapiebeleid bij ‘benigne’ aandoeningen zou men verwachten dat ook de oudere kankerpatiënt volop mee zou delen in de huidige behandelingsmogelijkheden met betrekking tot kanker. Niets is minder waar…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Groningen.

Afd. Interne Geneeskunde, werkgroep Oncologie: mw.A.N.M.Wymenga, assistent-geneeskundige (thans: Twenteborg Ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Postbus 7600, 7600 SZ Almelo); dr.P.H.B.Willemse en prof.dr.D.Th.Sleijfer, internisten.

Afd. Obstetrie en Gynaecologie: prof.dr.J.G.Aalders, gynaecoloog.

Contact mw.A.N.M.Wymenga

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties