Samenvatting
Bij een 15-jarig meisje met pijn in de rechter onderbuik en een 9-jarige jongen met pijn in het linker bovenbeen, waren een verhoogde bezinking en C-reactieve proteïne reden om osteomyelitis te vermoeden. Röntgenfoto's lieten geen afwijkingen zien, skeletscintigrafie wel, namelijk van respectievelijk LIV-V en het sacro-iliacale gewricht. Bij het meisje werd Staphylococcus aureus gekweekt uit materiaal na punctie en biopsie. Na behandeling met antibiotica, rust en geleidelijke mobilisatie resteerde bij het meisje een scoliose; de jongen genas zonder restklachten of -afwijkingen. Osteomyelitis van de wervelkolom en van het sacro-iliacale gewricht zijn zeldzame aandoeningen bij kinderen. Door de subtiele en aspecifieke presentatie is de diagnose soms moeilijk te stellen. Conventionele röntgenopname is het eerste beeldvormende onderzoek. Met 3-fasentechnetiumscintigrafie is de aandoening te lokaliseren en te diagnosticeren; deze methode is sensitief en relatief goedkoop; sedatie is vaak niet nodig en men ziet een multifocale ziekte niet over het hoofd. MRI is eveneens sensitief en specifieker dan skeletscintigrafie, maar het is ongeschikt als screenend onderzoek als de locatie van de afwijking niet duidelijk is. MRI is nuttig als het skeletscintigram niet conclusief is en als betere anatomische details zichtbaar moeten zijn bij gecompliceerde gevallen.
Reacties