Inleiding
De meeste geneesmiddelen werken in organen of weefsels diep in het lichaam. Orale of zelfs intraveneuze toediening van een geneesmiddel leidt tot een brede distributie met een kans op bijwerkingen ten gevolge van effecten in andere organen. Bij ideale toediening wordt een geneesmiddel direct aan het doelorgaan aangeboden, verdeelt het zich in hoge concentratie over dat orgaan en heeft het geen algemene bijwerkingen.
Gedurende de laatste jaren zijn diverse methoden ontwikkeld die een orgaan-gerichte toediening van geneesmiddelen, althans in theorie, mogelijk maken. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan het gebruik van liposomen en van antilichamen die geneesmiddelen meevoeren. De meest directe wijze van doelorgaan-gerichte toediening is de intra-arteriële infusie via een pompsysteem. Deze methode wordt veelvuldig toegepast in de klinische praktijk, bijv. voor de behandeling van maligniteiten in de lever, hersenen, keel, mond en extremiteiten. Cytostatica worden hierbij direct in de aanvoerende arterie van het doelorgaan toegediend. Doelorgaangerichte intra-arteriële…
Reacties