Samenvatting
- Neonatale hypoglykemie is een veelvoorkomend fenomeen. Kortdurende hypoglykemie is onschuldig bij gezonde aterm geboren kinderen, maar persisterende hypoglykemie kan leiden tot neurologische schade aan het brein. Daarom worden neonaten met een verhoogd risico op neonatale hypoglykemie gescreend en zo nodig behandeld.
- In Nederland is het gebruikelijk om persisterende neonatale hypoglykemie te behandelen met glucose per infuus. De pasgeborene wordt hiervoor opgenomen op de kinderafdeling. Ter preventie worden onder andere frequent aanleggen toegepast, eventueel in combinatie met bijvoeding. Orale toediening van glucose ter preventie van neonatale hypoglykemie of als behandeling van milde hypoglykemie wordt weinig toegepast.
- In 2019 werd orale glucosetoediening bij pasgeborenen met een verhoogd risico op neonatale hypoglykemie ingevoerd op de kraam- en kinderafdeling van Isala. Het effect hiervan werd retrospectief onderzocht door de frequentie van glucose-infusen en de laagste glucosewaarde bij pasgeborenen in de periode vóór en na invoering van orale glucosetoediening met elkaar te vergelijken.
- Het aantal glucose-infusen daalde na invoering van orale glucosetoediening (14,0 vs. 5,9%; 95%-BI: -14,1- -2,1). De laagst gemeten glucosewaarde was na invoering van orale glucosetoediening statistisch significant hoger dan daarvoor (2,5 vs. 2,2 mmol/l; 95%-BI verschil: 0,15-0,47). Bij 3,8% van de pasgeborenen die orale glucose kregen, traden geringe complicaties op (spugen en voeding weigeren), zonder klinische consequenties.
- Invoering van orale glucosetoediening bij pasgeborenen met een verhoogd risico op hypoglykemie leidt tot ruim een halvering in het aantal glucose-infusen en is veilig voor het kind.
Reacties