Het wordt steeds duidelijker dat een goede dokter niet vanzelfsprekend een goede opleider is. Recentelijk lieten Nederlandse onderzoekers zien dat een grotere bevlogenheid als dokter niet automatisch leidt tot een betere beoordeling als opleider door aiossen.1 Als een dokter bevlogener is in zijn of haar opleidersrol, leidt dat wel tot een betere beoordeling door aiossen.
Hetzelfde onderzoek toont aan dat bevlogenheid in de 2 rollen – als dokter en als opleider – gerelateerd is aan verschillende persoonskenmerken. Voor beide rollen zijn ‘consciëntieus zijn’ en ‘extraversie’ gerelateerde persoonskenmerken. Bevlogenheid als dokter houdt bovendien verband met ‘emotionele stabiliteit’ en als opleider met ‘servicegerichtheid’. Persoonskenmerken zijn lastig te beïnvloeden. Bevlogenheid wordt echter niet alleen bepaald door persoonlijke kenmerken. Ook werkomstandigheden spelen hierbij een rol en die zijn zó aan te passen dat een gunstig klimaat voor bevlogenheid kan ontstaan.2
Verschillende competentieprofielen
De competentieprofielen van een dokter en een opleider lopen behoorlijk…
Reacties