artikel

Na de uitbraak van de pandemie waren hydroxychloroquine, lopinavir/ritonavir en remdesivir de eerste middelen die werden ingezet bij covid-19. Al snel kwamen de eerste negatieve studieresultaten over deze middelen. Ze verdwenen dan ook uit de behandeladviezen, remdesivir als laatste. Dat zie je op deze tijdslijn, die is samengesteld op basis van een globaal literatuuroverzicht.
Zomer 2020 bleek dat dexamethason de sterfte vermindert bij opgenomen patiënten met covid-19. Opname in behandelrichtlijnen en registratie volgden snel. De eerste positieve berichten over IL6-remmers verschenen in de loop van 2020. De IL6-remmer tocilizumab werd een behandeloptie bij ernstig zieke patiënten en is dat nog steeds, als aanvulling op dexamethason.
In 2021 verschenen de eerste berichten over de virusremmers molnupiravir en nirmatrelvir/ritonavir. Hoewel nirmatrelvir/ritonavir werd geregistreerd en vergoed, werd het weinig gebruikt; in 2023 kende Nederland 590 extramurale gebruikers.
In Nederland werd veel onderzoek verricht naar convalescent plasma. De eerste studies toonden echter geen effect aan. Nieuwe onderzoeken in verschillende ziektestadia en bij risicogroepen waren ook negatief. Begin 2021 kwamen monoklonale antilichamen op. Ze werden ingezet bij opgenomen patiënten, totdat de opkomst van de omikronvariant deze middelen onwerkzaam maakte.
Reacties