Operatieve technieken bij het reviseren van heupprothesen

The most common cause of failure of cemented and cementless total hip arthroplasties is aseptic loosening, a slow but progressive process that often results in loss of bone stock.

The diagnosis of loosening of the prosthetic components is difficult and depends mainly on migration and change in position of the prosthesis and the appearance of clear zones around the prosthesis on X-ray photographs.

The key problem in revision surgery is how to manage the periprosthetic bone loss. Controversy exists about the best treatment for bone stock defects. The various techniques are directed at restoration of the hip mechanics, restoration of the defects in the osseous wall, replacement of the resorbed bone and thus restoration of the functional stability of the joint.

Samenvatting

De meest voorkomende oorzaak van falen van gecementeerde en cementloze totalegewrichtsprothesen van de heup is aseptische loslating van de heupcomponenten, een geleidelijk en progressief proces dat vaak gepaard gaat met verlies van botbed.

De diagnostiek van loslating van de prothesecomponenten is moeilijk en berust vooral op migratie en standverandering van en ophelderingszones rond de prothese, die worden gezien bij röntgenologische controle.

Het hoofdprobleem in de revisiechirurgie is het botverlies rond de prothesecomponenten. Over de beste behandeling hiervan bestaat geen eenduidigheid. De verschillende technieken richten zich op herstel van de heupmechanica, herstel van de botwanddefecten, vervanging van het geresorbeerde bot en aldus het herstel van de functionele instabiliteit van het gewricht.