Operatieve behandeling bij ernstige bilaterale refluxnefropathie niet nodig

Nieuws
C.H. Schröder
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2001;145:1957
Download PDF

artikel

Reeds lang worden soms heftige discussies gevoerd over het belang van operatieve behandeling van vesico-ureterale reflux (VUR) voor de preventie en behandeling van refluxnefropathie. Voorstanders zullen snel tot operatie overgaan. Tegenstanders daarentegen behandelen langdurig met antibiotische profylaxe. De gezaghebbende groepen van het Great Ormond Street Hospital for Children en het King's College, Guy's and St Thomas’ Hospital in Londen proberen hun standpunt te onderbouwen via een gerandomiseerd onderzoek.1

Een groep van 52 kinderen (25 jongens, 27 meisjes; leeftijd: 1-12 jaar) met bilaterale VUR (graad 3-5) en bilaterale nefropathie werd gestratificeerd naar leeftijd en glomerulaire filtratiesnelheid (GFR). De groep werd at random verdeeld in een subgroep die primair chirurgisch (in het algemeen via een ureteroneocystostomie volgens Cohen) werd behandeld, en een subgroep die conservatief (met mictieadviezen en antibacteriële profylaxe) werd behandeld. Na 4 en 10 jaar werd de GFR bepaald door een chroom-51-edetaat(51Cr-EDTA)-klaring. Ook werden na 4 jaar intraveneuze urografie, technetium-99m-succimer(99mTc-DMSA)-scintigrafie en cystografie verricht.

De gemiddelde GFR bij het begin van het onderzoek was 72,4 ml/min/1,73 m2 in de conservatief behandelde groep en 71,7 ml/min/1,73 m2 in de operatief behandelde groep. Na 4 jaar was de verandering hierin respectievelijk -2,4 en 4,7. Dit verschil was niet significant. In geen van beide groepen werd toename van littekenvorming in de nierschors gezien. Zoals verwacht was de reflux bij vrijwel alle geopereerde nieren (46 van de 50) verdwenen, terwijl dit in de conservatief behandelde groep slechts bij 11 van de 45 nieren het geval was. Na 10 jaar werd opnieuw de GFR bepaald bij 48 van de oorspronkelijk 52 kinderen. Deze bleek ten opzichte van de uitgangswaarde in de conservatief behandelde groep met 6,3 gedaald te zijn en in de operatief behandelde groep met 2,6 gestegen. Ook dit verschil was niet statistisch significant.

De auteurs komen tot de conclusie dat er geen verschillen in uitkomst zijn tussen conservatieve en operatieve behandeling van ernstige VUR op de kinderleeftijd. Zij geven echter geen antwoord op de vraag welke behandeling nu de voorkeur verdient, alhoewel hun formulering in de samenvatting van het artikel een voorkeur voor conservatieve behandeling suggereert.

Ook in Nederland bestaan verschillende opvattingen over de plaats van deze twee behandelingsmethoden bij VUR. Dit artikel kan in belangrijke mate bijdragen aan de discussie.

Literatuur
  1. Smellie JM, Barratt TM, Chantler C, Gordon I, PrescodNP, Ransley PG, et al. Medical versus surgical treatment in children withsevere bilateral vesicoureteric reflux and bilateral nephropathy: arandomised trial. Lancet 2001;357:1329-33.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties