Samenvatting
Doel
Vaststellen van de effectiviteit van openhartchirurgie bij patiënten van 80 jaar en ouder zonder relevante comorbiditeit.
Opzet
Retrospectief follow-uponderzoek.
Plaats
Afdelingen Cardiopulmonale Chirurgie en Cardiologie van het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.
Methode
De dossiers van 130 opeenvolgende geopereerde patiënten van 80 jaar en ouder zonder relevante comorbiditeit werden geanalyseerd. Cardiale en operatieve risicofactoren werden onderzocht inzake hun bijdrage aan sterfte en morbiditeit. Via huisarts en cardioloog werd navraag gedaan naar de huidige levenssituatie, met de nadruk op de aanwezigheid van cardiale klachten en de zelfredzaamheid.
Resultaten
Er waren 15 patiënten met bypass- en klepchirurgie die tijdens de opname of binnen 30 dagen na de operatie overleden (operatieve sterfte 11,5). De 4-jaarsoverleving voor de 115 patiënten die de ziekenhuisperiode overleefden, was 73,5. Van de ten tijde van de follow-up overlevende 94 patiënten woonden 83 (75,9) zelfstandig. Het relatieve risico voor operatieve sterfte was 4,3 bij een extracorporele-circulatieduur langer dan 95 min en 3,6 in geval van een ernstige hoofdstamstenose. Het risico op sterfte vanaf 30 dagen of meer na de operatie nam toe met een factor 2,5 bij een linkerventrikelejectiefractie < 50.
Conclusies
Openhartchirurgie kan met een aanvaardbaar sterfterisico de kwaliteit van leven bij een groot deel van hoogbejaarde patiënten verbeteren.
Reacties