Samenvatting
Doel
Onderzoek naar omvang en oorzaken van terugloop van peritoneale dialyse (PD) als niervervangende therapie bij patiënten met eindstadium van nierfalen in Nederland.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode
De prevalentie en incidentie van de verschillende niervervangende behandelingen in de periode 1995-2010 in Nederland werden in kaart gebracht. De 5-jaarsuitstroom van PD en hemodialyse (HD) in de periode 1995-2006 werd geanalyseerd met de cumulatieve-incidentie-competitief-risicomethode en cox-regressie.
Resultaten
In absolute aantallen was de PD-instroom in 1995-2008 stabiel met circa 400 patiënten per jaar. Het aandeel PD in de totale patiëntenpopulatie nam af van 15% in 1995 naar 8% in 2010. Het PD-aandeel nam zowel in grote als in kleine centra af. Dit was geassocieerd met een vergrote instroom op HD (van 67% voor 2001 naar 74% in 2009) en niertransplantaties vóór dialyse (van 3% voor 2002 naar 9% in 2009), evenals verminderde HD-uitstroom door therapiewissel naar PD. De vergrote instroom op HD was geassocieerd met een groei van de ‘incidente’ patiëntengroep van 65 jaar en ouder, waarvan het merendeel (80-85%) HD onderging. Onder de jongere patiëntengroep (0-65 jaar) was er naast een toename van het aantal pre-emptieve transplantaties ook een toename van het aandeel HD.
Conclusie
De afname van de PD-prevalentie werd deels verklaard door de relatief vergrote instroom op HD, en was geassocieerd met een verouderende patiëntenpopulatie, de verminderde uitstroom op HD door therapiewissel naar PD, en een toename van de niertransplantaties vóór dialyse onder jongere patiënten. De toegenomen HD-prevalentie werd mogelijk gemaakt door uitbreiding van de HD-capaciteit.
Reacties