Samenvatting
Tot nu toe wordt de verlamming van Bell (Bell-paralyse) nog steeds gedefinieerd als een perifere facialisverlamming van idiopathische aard, waarbij al meer dan 20 jaar veel aandacht bestaat voor het herpes-simplexvirus (HSV) als potentiële schakel in de pathogenese.
Met als doel deze HSV-hypothese te toetsen zijn inmiddels talrijke dierexperimentele en klinische onderzoeken verricht. De research met de humane N. facialis als onderzoeksubstraat was daarentegen tot voor kort nogal schaars.
Men heeft 2 onderzoeklijnen gevolgd: (a) nagaan of het HSV, net zoals in de N. trigeminus, latent aanwezig is in de N. facialis van willekeurige individuen zonder verlamming; (b) pogen de aanwezigheid van ‘actief’ virus aan te tonen bij patiënten met een kort tevoren ontstane Bell-paralyse.
Door toepassing van gevoelige nieuwe moleculair-biologische technieken (met name de polymerasekettingreactie; PCR), op N.-facialisweefsel lijkt het causale verband tussen de paralyse en het HSV nu voldoende aannemelijk gemaakt.
Het lijkt daarom zinvol vanaf nu de term ‘Bell-paralyse’ te vervangen door ‘herpes-facialisverlamming’.
Reacties