De regen komt met bakken uit de hemel. Onze auto nadert het onooglijke psychiatrische ziekenhuis. Samen met de griffier neem ik een sprintje naar de hoofdingang, plassen en sigarettenpeuken ontwijkend. We gaan op zoek naar een zaaltje voor een Bopz-zitting. Wij moeten oordelen over het verzoek van de officier van justitie om een Irakese vrouw nog enige tijd onvrijwillig in het ziekenhuis te houden. Bij de vrouw, die daags daarvoor een verblijfsvergunning had gekregen, is sprake van een ernstige postnatale depressie. Zij hoort ook stemmen en had een suïcidepoging gedaan. Zij zou bang zijn dat anderen haar inmiddels afgenomen pasgeborene…
(On)welkom in Nederland
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:B1282
Reacties