Door de veranderde zorg voor prematuren overleven steeds meer kinderen na extreme vroeggeboorte. Het monitoren van deze veranderingen is belangrijk met het oog op ontwikkelingsproblemen op latere leeftijd. Recent verscheen een cohortstudie waarbinnen de ontwikkelingsuitkomsten van prematuur geboren 5,5-jarigen werden gerapporteerd.
In 2019 werd 6,9% van alle Nederlandse pasgeborenen prematuur geboren, dat wil zeggen vóór een amenorroe- of zwangerschapsduur van 37 weken.1 0,4% werd vóór een zwangerschapsduur van 26 weken geboren. Nadat de zorg voor prematuren sterk is veranderd in de afgelopen decennia overleven meer kinderen na extreme vroeggeboorte.2 In de Franse EPIPAGE-2-studie werden de ontwikkelingsuitkomsten na extreme tot laat premature geboorte geëvalueerd bij kinderen die in 2011 werden geboren na een zwangerschapsduur van 24 tot 34 weken.3 De onderzoeksgroep bestond uit een groep van 4440 prematuren. Van hen kwamen 3083 kinderen op de leeftijd van 5,5 jaar terug voor ontwikkelingsonderzoek. Deze kinderen werden verdeeld in 3 groepen op basis van zwangerschapsduur: 24 tot 26, 27 tot 31 en 32 tot 34 weken. De hoofduitkomst was een gecombineerde uitkomstmaat die iets zegt over de cognitieve, visuele, auditieve en neurologische ontwikkeling, gecategoriseerd als ‘ernstig’, ‘matig’, ‘licht’ of ‘geen beperking’…
Reacties