Ontwikkeling van gehoororgaan en gehoor
Het gehoor omvat het vermogen geluid waar te nemen, hetgeen gebeurt met het oor, de gehoorzenuw (de N. vestibulocochlearis; N. VIII), de in de hersenstam opstijgende gehoorbanen, de daarbij behorende neuronale schakelcentra, en de gehoorschors.
Van de vroeg-embryonaal vanuit de farynx gevormde gepaarde uitstulpingen (viscerale zakken), differentieert het voorste paar tot de trommelholte en de buis van Eustachius. Het trommelvlies ontstaat op de contactplaats tussen epidermis en de eerste viscerale zak. De epidermale groeve ontwikkelt zich bij zoogdieren tot de uitwendige gehoorgang. De ontwikkeling van het binnenoor begint in het embryonale leven na ongeveer 22 dagen als een verdikking van het oppervlakte-ectoderm aan weerszijden van het rhombencephalon, waaruit zich de labyrintblaasjes ontwikkelen tot o.a. de sacculus, de utriculus en de halfcirkelvormige kanalen.1
Al in de 20e zwangerschapsweek reageert de foetus op geluid. Na de geboorte heeft het geluid voor het kind gedurende de eerste…
Reacties