Samenvatting
Doel
Nagaan hoe vaak preoperatief lokaliserend onderzoek plaatsvindt bij patiënten met primaire hyperparathyreoïdie (pHPT) en bepalen van de voorspellende waarde ervan.
Opzet
Retrospectief.
Plaats
Academisch Ziekenhuis Utrecht.
Methode
Van 50 patiënten die in de periode eind 1988-begin 1993 wegens een pHPT een eerste halsexploratie ondergingen, werden klinische gegevens, aard en uitslagen van preoperatief verrichte lokaliserende onderzoeken, bevindingen bij operatie en histologisch onderzoek en resultaat van de operatie genoteerd.
Resultaten
Bij 27 patiënten (54) werd in totaal 41 maal lokaliserend onderzoek verricht (19 maal echografie, 14 maal scintigrafie, 7 maal computertomografie en 1 maal veneuze ‘sampling’). Onafhankelijk van de uitslag van het preoperatieve onderzoek werd bij alle patiënten een systematische, dubbelzijdige halsexploratie verricht. Bij 49 patiënten werden in totaal 53 vergrote bijschildklieren verwijderd, waarna bij allen normocalciëmie ontstond. Bij 1 patiënt had exploratie een negatieve uitslag; er werd geen heroperatie verricht. Het lokaliserend onderzoek voorspelde bij 15 patiënten (56) correct aan welke zijde de vergrote bijschildklier zich bevond, bij 5 patiënten was de voorspelling onjuist en bij 7 patiënten waren er bij het preoperatieve onderzoek geen afwijkingen gezien.
Conclusie
De resultaten komen overeen met de in de literatuur beschreven geringe voorspellende waarde van preoperatief lokaliserend onderzoek voor eerste halsexploratie bij pHPT. De kans op genezing is ongeveer 95-99 indien de ingreep door een ervaren chirurg wordt verricht. Preoperatief lokaliserend onderzoek bij patiënten met pHPT zonder eerdere halsexploratie is niet alleen weinig zinvol, maar dient zelfs afgeraden te worden omdat het de chirurg op een dwaalspoor kan brengen.
Reacties