Een groeiend probleem

Ongevallen met een scootmobiel

Onderzoek
H.A. (Alexander) Leijdesdorff
Jeroen T.J.M. van Dijck
Pieta Krijnen
Inger B. Schipper
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7858
Abstract

Samenvatting

Doel

Analyseren van het letselpatroon, de ernst van de letsels en de mortaliteit onder de slachtoffers van scootmobielongevallen en de relatie hiervan met het traumamechanisme en de leeftijd van de patiënt.

Opzet

Retrospectief beschrijvend cohort onderzoek.

Methode

Uit de traumaregistratie van het Traumacentrum West (TCW) werden alle slachtoffers van een ongeval met een scootmobiel met een leeftijd van 18 jaar of ouder geselecteerd die in de periode 2003-2013 in een ziekenhuis waren opgenomen. Van deze patiënten werden de gegevens geanalyseerd.

Resultaten

Van de 242 geïncludeerde slachtoffers van een scootmobielongeval was 51% 75 jaar of ouder. Bij 15% van hen was sprake van meervoudig ernstig letsel (‘injury severity score’: ≥ 16). Meervoudig ernstig letsel kwam vaker voor na een hoogenergetisch trauma (p < 0,001) en bij slachtoffers van 75 jaar of ouder (p = 0,04). Het merendeel van de ernstige letsels na een laagenergetisch trauma betrof de extremiteiten, bij ouderen met name de benen. Na een hoogenergetisch trauma werd vaker ernstig letsel aan thorax en hoofd gezien, met name bij de patiënten jonger dan 75 jaar. 10 patiënten (4%) overleden tijdens opname, van wie 5 patiënten 75 jaar of ouder waren en een laagenergetisch trauma hadden opgelopen.

Conclusie

Zowel laag- als hoogenergetische ongevallen met een scootmobiel kunnen leiden tot ernstig letsel en soms tot sterfte. Als multidisciplinaire behandelteams zich daarvan bewust zijn, kan dat onderschatting van de letselernst voorkómen. Preventieve maatregelen gericht op de rijvaardigheid zijn nodig om het aantal scootmobielongevallen terug te dringen.

Auteursinformatie

*Mede namens de onderzoeksgroep van het Traumacentrum West, waarvan de leden onderaan dit artikel staan vermeld.

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Traumachirurgie, Leiden.

Drs. H.A. Leijdesdorff, onderzoeker (tevens: aios chirurgie in het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam); J.T.J.M. van Dijck, coassistent; dr. P. Krijnen, epidemioloog; prof.dr. I.B. Schipper, traumachirurg.

Contact prof.dr. I.B. Schipper (i.b.schipper@lumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

De onderzoeksgroep van het Traumacentrum West bestaat naast de auteurs drs. H.A. Leijdesdorff, dr. P. Krijnen en prof. dr. I.B. Schipper uit de volgende personen: dr. S.J. Rhemrev (Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag), drs. H.G.W.M. van der Meulen (HagaZiekenhuis, Den Haag), dr. A.H.P. Niggebrugge (Bronovo, Den Haag), drs. F.M. van der Linden (Groene Hart Ziekenhuis, Gouda), drs. W. Stigter (‘t Lange Land Ziekenhuis, Zoetermeer), dr. M.R. de Vries (Reinier de Graaf Groep, Delft) en dr. J. van den Bremer (Rijnland Ziekenhuis, Leiderdorp).

Auteur Belangenverstrengeling
H.A. (Alexander) Leijdesdorff ICMJE-formulier
Jeroen T.J.M. van Dijck ICMJE-formulier
Pieta Krijnen ICMJE-formulier
Inger B. Schipper ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties