artikel
Ooit werkte ik in een perifeer ziekenhuis te Rotterdam. Omdat het woord ‘perifeer’, naar het schijnt, door sommigen als nogal neerbuigend en denigrerend wordt ervaren, kan ik hier misschien beter de term ‘niet-academisch ziekenhuis’ gebruiken. In de tijd dat ik daar werkte kon ik veel onderzoek doen hetgeen natuurlijk een positief effect op mijn carrière had. Er heerste op veel afdelingen een echte onderzoekscultuur en het ziekenhuis heeft in de loop der jaren ook een groot aantal hoogleraren voortgebracht. Er werd veel gepubliceerd en gepromoveerd en het werk kreeg ook de nodige waardering. Dat laatste overigens voornamelijk in het buitenland.
Hoe anders werd dit toen er een nieuwe directie (dat heette toen nog zo) aantrad die het niet zo op had met al dat onderzoek. In sneltreinvaart werden de projecten afgebouwd of gefrustreerd met het doel het ziekenhuis echt perifeer en niet-academisch te maken. Inmiddels bestaat het ziekenhuis niet meer want het is opgegaan in de anonimiteit van de schaalvergroting. In de tijd waar ik het hier over heb, waren er nog maar enkele andere niet-academische ziekenhuizen waar ook onderzoek van hoog niveau werd bedreven. Ik kijk nog altijd met een zekere weemoed terug op deze tijd, alhoewel ik het altijd wel jammer gevonden heb dat er zo weinig interactie mogelijk was met het universitaire centrum. In een interview heb ik er destijds voor gepleit dat elke academische kliniek zich zou moeten affiliëren met een aantal zogenaamde ‘teaching hospitals’ in de omgeving. Er zou dan een gezamenlijk onderwijs- en onderzoeksprogramma kunnen worden opgesteld waarin de diverse partijen, ieder met hun eigen mogelijkheden, zouden kunnen participeren.
Het is weliswaar iets anders gelopen maar toch is er veel meer onderzoek gekomen in de niet-academische ziekenhuizen. Onderzoek dat ook vruchten afwerpt, getuige de analyses van het Centrum voor Wetenschap en Technologie Studies (CWTS). De bijdrage van Marcel Levi en enkele collega’s in dit nummer van het tijdschrift legt daar getuigenis van af (A6081). De conclusie die uit het artikel getrokken kan worden is dat onderzoek in topklinische ziekenhuizen wel goed scoort maar dat samenwerking met een universitair centrum de kwaliteit nog verder omhoog zou kunnen brengen. Ook de ervaring van onze redactie is dat manuscripten over ‘geïsoleerd’ onderzoek uit niet-academische klinieken vaak worden afgewezen omdat ze net niet goed genoeg zijn. Het voorstel van Levi en anderen om Onderwijs-, Opleidings- en Research Regio’s te vormen, steun ik dan ook van harte. Zo komen de ‘teaching hospitals’ er dan misschien toch nog eens. En het is best leuk om daar onderzoek te doen.
Reacties