De afgelopen jaren heeft een groot aantal studies, vervat in een handvol meta-analyses, laten zien dat een onderhoudsbehandeling met macroliden een positief effect heeft voor het voorkómen van exacerbaties bij patiënten met verschillende chronische luchtwegaandoeningen. Nu dit effect is vastgesteld, is de volgende stap níét om deze therapie wijdverbreid toe te passen, maar om het gebruik van onderhoudsantibiotica zo veel mogelijk te beperken.
Wang et al. concluderen na het uitvoeren van een meta-analyse onder bijna 3000 COPD-patiënten dat het gebruik van antibiotica uit de zogeheten macrolidengroep (in dit geval azitromycine en erythromycine) in een onderhoudsdosering leidt tot minder exacerbaties en een betere kwaliteit van leven.1
Ook bij andere chronisch inflammatoire luchtwegziekten zien we een gunstig effect: bij zeldzame aandoeningen als diffuse panbronchiolitis en cystische fibrose leidt een onderhoudsbehandeling met macroliden tot minder exacerbaties in het eerste jaar van de behandeling en tot een afname van de ziekteprogressie.2,3 Patiënten met bronchiëctasieën die een dergelijke behandeling krijgen, blijken fors minder exacerbaties te krijgen.4 Aangezien de chronische inflammatie die deze aandoeningen kenmerkt waarschijnlijk ook een belangrijke rol speelt bij COPD, is het niet verwonderlijk dat langdurig gebruik van antibiotica zijn weg gevonden heeft naar de behandeling van COPD-patiënten. Er zijn echter redenen om juist bij deze groep terughoudend te zijn met het geven…
Reacties