Gedeelde besluitvorming (‘shared decision-making’) staat op dit moment sterk in de belangstelling, zeker binnen de oncologie. Waar het voorheen meestal artsen waren die de besluiten namen, wordt tegenwoordig gezocht naar mogelijkheden om de inbreng van patiënten meer tot zijn recht te laten komen.
Dat we er met ons allen nog niet uit zijn, blijkt wel uit de recente column van Esther van Fenema in Medisch Contact met als titel ‘Shared decision making is drijfzand’ en de ingezonden reacties hierop.1 Er bestaat blijkbaar minder consensus over het nut van gemeenschappelijke besluitvorming dan wordt aangenomen. Van Fenema vergelijkt de arts met een piloot; die inventariseert toch ook niet eerst de wensen van de passagiers, om tot een gemeenschappelijk besluit te komen over route en koerssnelheid? We gaan er van uit dat alle patiënten goed geïnformeerd willen zijn, en dat alle dokters dat belangrijk vinden. En zeker in het geval van gemetastaseerde…
Reacties