Dit artikel is een actualisatie van een eerder verschenen leerartikel over obstipatie (D5052). In de rubriek ‘Leerartikel’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.
Op de hoogte blijven van nieuwe leerartikelen, compleet met geaccrediteerde toetsvragen en luisterversie?
⚡Schrijf je gratis in op een e-mail alert door het dossier Leerartikelen te volgen.⚡
Obstipatie is een alledaagse klacht in de huisartsenpraktijk en in de tweede lijn, die in een beperkt aantal situaties een alarmsignaal voor een ernstige aandoening is. In dit leerartikel bespreken we mogelijke oorzaken, de rol van anamnese en lichamelijk onderzoek, eventuele aanvullende diagnostiek en de behandeling van obstipatie.
Toets voor nascholing
Aan dit leerartikel is een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kan verdienen. De toets is beschikbaar tot 16 maart 2025.
Overzicht van te behalen accreditatiepunten
Specialisme | Punt(en) |
---|---|
Alle BIG-erkende specialismen | 1 |
- Deze toets geldt voor alle BIG-erkende specialismen en levert je 1 nascholingspunt op. De toets is geaccrediteerd door ABAN, NAPA, KNMP en NVZA.
- De toets telt mee binnen en buiten het eigen vakgebied voor medisch specialisten, huisartsen, sociaal geneeskundigen,specialisten ouderengeneeskunde, apothekers en physician assistants. De accreditatie geldt niet voor verpleegkundig specialisten.
- De toewijzing van punten verloopt via PE-online (het herregistratiesysteem) na het invullen van je BIG-nummer.
Een huisarts in een normpraktijk ziet gemiddeld twee patiënten met obstipatie per maand. Obstipatie is voornamelijk een klacht van kinderen tot en met 4 jaar en ouderen boven de 65 jaar. Tijdens de zwangerschap komt obstipatie vaker voor.1,2 De incidentie van klachten over obstipatie is in de huisartspraktijk 7,6 per 1000 patiënten per jaar.
Wanneer spreken we van obstipatie?
Patiënten met obstipatie hebben minder dan 3 keer per week defecatie. Defecatie bij obstipatie gaat ook vaak gepaard met veel persen (‘straining’), een gevoel van incomplete lediging van de darm, harde ontlasting en soms de noodzaak om feces digitaal te verwijderen. Patiënten met obstipatie wijzen op de Bristol-stoelgangkaart de types 1 en 2 aan (figuur 1).
Wanneer de patiënt 2 of meer van de genoemde symptomen heeft bij meer dan 25% van de defecatiemomenten, er geen organische verklaring wordt gevonden en deze klachten langer dan 6 maanden aanhouden, is er…
Luisterversie
Het audiobestand van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees. Log in om het artikel te beluisteren.
Inloggen
Reacties