Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC Utrecht kreeg in 2020 aardig wat telefonische informatieverzoeken binnen die te relateren waren aan covid-19. Zo waren er pieken te zien in meldingen over mogelijke vergiftigingen met handdesinfectiemiddelen, waterstofperoxide en vitaminepillen.
artikel
Het centrum werd 552 keer telefonisch benaderd over blootstelling van mensen aan handdesinfectiemiddel. Dat is veel vaker dan de gemiddeld 107 meldingen per jaar in de 5 voorgaande jaren. Kinderen kregen er slokjes van binnen, of het kwam in de ogen terecht.
In april 2020 gingen de praktijken van tandartsen en mondhygiënisten weer open. De covid-19-richtlijn van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde adviseerde toen om patiënten die een behandeling zouden ondergaan waarbij zich aerosolen konden verspreiden vooraf de mond te laten spoelen met waterstofperoxide. Over het hele jaar kreeg het NVIC hierover 121 meldingen binnen, tegenover gemiddeld 40 per jaar in de 5 voorgaande jaren. Zo slikten patiënten de waterstofperoxide per ongeluk door, of bleek er een te hoge concentratie door de behandelaar te zijn gebruikt.
Aan het begin van de pandemie circuleerden er ook verhalen dat vitamine-inname covid-19 zou kunnen voorkomen. Dit leidde vorig jaar tot 580 telefoontjes naar het NVIC (tegenover gemiddeld 450 in de 5 voorgaande jaren) – vooral over kinderen. Soms namen ze een te hoge dosis in, of hadden ze ‘gesnoept’ van de vitaminetabletten of -capsules.
Het NVIC ontving in 2020 in totaal 47.235 telefonische informatieverzoeken over blootstelling aan potentieel toxische stoffen bij 34.093 mensen en 9056 dieren. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2019. Daarnaast raadpleegden hulpverleners 139.347 keer www.vergiftigingen.info, waar toxicologische informatie terug te vinden is (bron: NVIC jaaroverzicht/infographic 2020. 2021; online 5 juli).
Reacties