In Nature van 16 mei 2002 beschrijven Pepys et al. een nieuwe farmacologische benadering voor de behandeling van systemische amyloïdose.1 Amyloïdose is een aandoening waarbij afzetting van extracellulaire amyloïddeposities plaatsvindt. Amyloïddeposities bestaan uit eiwitten die door verandering in hun ruimtelijke structuur onoplosbaar zijn geworden. Deze eiwitten aggregeren en accumuleren om vervolgens te worden afgezet in weefsel, waar ze een desastreus effect hebben in onder andere het hart en de nieren. Recent is het duidelijk geworden dat dit ziektemechanisme niet specifiek is voor systemische amyloïdose, maar ook ten grondslag ligt aan tal van andere aandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en waarschijnlijk diabetes mellitus (tabel).
Bepaalde plasma-eiwitten, met name acutefase-eiwitten, kunnen colokaliseren met amyloïd. Deze plasma-eiwitten kunnen aggregatie bevorderen of juist remmen. Een dergelijk plasma-eiwit is het serumamyloïd P (SAP). SAP beschermt tegen proteolyse door binding aan de amyloïdfibrillen, waardoor deze stabiliseren.2 Het…
Reacties