Inleiding
Toen Kouwenhoven et al. in 1960 hun succesvolle resuscitatiemethode beschreven,1 vermoedde niemand dat cardiopulmonale resuscitatie een enorme vlucht zou nemen. Omdat meer dan 60 van de acute gevallen van overlijden buiten het ziekenhuis plaatsvond en -vindt, leek het zinvol om zo veel mogelijk mensen te scholen in de reanimatietechniek. Het ABC-schema (A, ademweg vrijhouden; B, beademen en C, cardiale massage) is inmiddels wereldwijd bekend en veel leken hebben de techniek onder de knie of, daarboven, aan den lijve ondergaan.
Onlangs is kritiek gerezen op de theoretische achtergrond van het ABC-schema. Kouwenhoven et al. veronderstelden dat de compressie van het hart de bloedstroom op gang houdt. Maar diverse studies wijzen erop dat intrathoracale drukverandering de circulatie in stand houdt. Een groep Nederlandse onderzoekers stelde de volgorde van het ABC-schema ter discussie. Op grond van epidemiologische gegevens en hun dierexperimenteel onderzoek geven zij de voorkeur aan het door hen ontwikkelde…
Reacties