Zie ook het artikel op bl. 2503.
Inleiding
Zoals uiteengezet in het vorige artikel functioneert het embryonale hart zonder kleppen en zonder een geleidingssysteem.1 Zo'n hart kan beschouwd worden als een buisvormige pomp, bestaande uit twee in serie geschakelde ruimten, het embryonale atrium en de embryonale ventrikel (figuur 1). Rondom de kleine curvatuur kunnen de verschillende compartimenten niet goed van elkaar worden onderscheiden. Instroomkanaal, atrioventriculair kanaal en uitstroomkanaal bestaan uit ‘primair’ myocard. Het embryonale atrium staat geheel boven de embryonale linker ventrikel en het uitstroomkanaal geheel boven de embryonale rechter ventrikel. Gecombineerde immunohistochemische en elektrofysiologische onderzoeken hebben laten zien dat het snel geleidende werkmyocard van de atriale en de ventriculaire ruimten wordt geflankeerd door het langzaam geleidende primaire myocard van de aangrenzende segmenten. Deze afwisseling van langzaam en snel geleidende segmenten is essentieel voor het functioneren van het embryonale hart. De langzaam geleidende segmenten functioneren als sfincter en…
Reacties