Met de komst van de cholelitholytische zouten van chenodeoxycholzuur en ursodeoxycholzuur werd het mogelijk patiënten zonder operatie van hun galstenen af te helpen. Helaas bleek deze oplostherapie van galstenen slechts in een beperkt aantal gevallen succesvol,12 terwijl vaak recidiefgalstenen ontstonden na staken van de behandeling.3 Enkele recente ontwikkelingen maken echter een betere selectie van patiënten en betere resultaten van oplostherapie mogelijk. Bovendien zijn de eerste resultaten van vooralsnog experimentele behandelingen van galstenen met schokgolflithotripsie en met lokale instillatie van methyl-tert-butylether veelbelovend. Nadat wij enkele jaren geleden in dit tijdschrift de medicamenteuze behandeling van galstenen bespraken,4 gaan wij nu in op de huidige stand van zaken betreffende de oplostherapie van galstenen. Ook de behandeling met schokgolflithotripsie en methyl-tert-butylether zal in het kort besproken worden. Allereerst zullen we de recente inzichten in het ontstaan van cholesterolgalstenen en het werkingsmechanisme van cheno- en ursodeoxycholzuur belichten.
Pathogenese van cholesterolgalstenen
Cholesterol…
Reacties