Nieuwe inzichten en hypothesen ten aanzien van de bloedstolling in vivo

Klinische praktijk
H. ten Cate
M. Levi
C.E. Hack
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1993;137:282-7

Het mechanisme van de bloedstolling vormt ongetwijfeld een van de minst populaire onderdelen van de medische studie. Dat is te wijten aan de veelheid van betrokken eiwitten, cellen en andere elementen en de onlogische opbouw door het ontbreken van een duidelijke functionele betekenis van het bestaan van twee gescheiden systemen (het intrinsieke en extrinsieke systeem) met hetzelfde doel: fibrinevorming. Voorts dragen de verschillende mechanismen die de stolling tegengaan, zoals het fibrinolytisch systeem en de proteïnen C en S, niet bij tot een snel begrip van het stollingsproces. In de afgelopen jaren is in de internationale literatuur relatief veel aandacht geschonken aan de belangrijke rol van bloedplaatjes bij het ontstaan van vooral arteriële trombose, en aan de rol van de fibrinolyse, vanwege de therapeutische mogelijkheden met fibrinolytica. De bijdrage van het stollingssysteem in het plasma (het systeem gevormd door de op elkaar ingrijpende stollingsfactoren) aan het ontstaan van trombose en atherosclerose…

Auteursinformatie

Slotervaartziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Louwesweg 6, 1066 EC Amsterdam.

Dr.H.ten Cate, assistent-geneeskundige.

Academisch Medisch Centrum, afd. Inwendige Geneeskunde, Amsterdam.

Dr.M.Levi, assistent-geneeskundige.

Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst, Amsterdam.

Dr.C.E.Hack, arts-immunoloog.

Contact dr.H.ten Cate

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties