Samenvatting
- Bij patiënten bij wie orale toediening niet mogelijk is, wordt de keuze van een psychofarmacon niet alleen bepaald door het (bij)werkingenprofiel, maar ook door de beschikbare toedieningsvormen en -mogelijkheden.
- Mede vanwege de variatie in toedieningsmogelijkheden is haloperidol het ‘klassieke’ antipsychoticum van eerste keuze. Van het ‘atypische’ antipsychoticum clozapine kan een onaangenaam smakende drank worden bereid.
- Lorazepam, clorazepinezuur en diazepaminjecties (emulsie van olie in water) of diazepam per rectiole zijn niet-orale anxiolytica van eerste keuze.
- Clomipramine en amitriptyline zijn in Nederland de enige beschikbare parenterale antidepressiva.
- Lithiumtabletten zonder gereguleerde afgifte kunnen eventueel via een sonde als een papje worden toegediend. Als parenteraal alternatief voor lithium kan carbamazepine of valproïnezuur worden gebruikt.
- Bij extrapiramidale bijwerkingen van antipsychotica kan biperideen of promethazine parenteraal worden toegediend.
Reacties