Samenvatting
Doel
Analyse van de oorzaken van niet-natuurlijke dood op een algemene intensivecareafdeling voor kinderen.
Opzet
Retrospectief en descriptief.
Methoden
Van alle overleden kinderen die in 1993-2002 op de Intensive Care Kinderen (ICK) van het Emma Kinderziekenhuis/Academisch Medisch Centrum in Amsterdam overleden, werd de doodsoorzaak in kaart gebracht. Drie onderzoekers categoriseerden onafhankelijk van elkaar de doodsoorzaken in ‘natuurlijk’ en ‘niet-natuurlijk’. ‘Niet-natuurlijke dood’ werd gedefinieerd als overlijden door een buiten de patiënt gelegen oorzaak, zoals verdrinking, verstikking of door al dan niet intentioneel geweld. Van alle niet-natuurlijk overleden patiënten werden de oorzaak en eventuele obductiegegevens nader geanalyseerd.
Resultaten
In de studieperiode waren 5523 patiënten op de ICK opgenomen, van wie er 360 (6,5) overleden tijdens opname. Bij 45 (12,5) van hen was er sprake van niet-natuurlijke dood. In 7 casussen (16) bestond de verdenking op opzettelijk toegebracht letsel. Bij 4 van deze patiënten werd forensische obductie verricht; bij 3 werd daardoor de verdenking op kindermishandeling bevestigd, terwijl bij de 4e die diagnose kon worden weerlegd.
Conclusie
Bij 16 van de kinderen die waren overleden ten gevolge van een niet-natuurlijke oorzaak bestond de verdenking op kindermishandeling. Forensische obductie was in alle gevallen zinvol bij het ondersteunen of het weerleggen van het vermoeden van kindermishandeling, maar werd niet bij alle kinderen uitgevoerd.
Reacties