Samenvatting
- De prognose van traumatisch hersenletsel wordt in belangrijke mate bepaald door het primaire letsel ten gevolge van het ongeval.
- Mede door de introductie van geavanceerde technieken van neuromonitoring, is er belangrijke vooruitgang geboekt in een beter begrip van de pathofysiologie van secundaire hersenschade na traumatisch hersenletsel. Vroege herkenning en behandeling van verschijnselen die leiden tot deze vorm van hersenschade, lijken cruciaal in het streven naar een verbetering van de neurologische uitkomst van deze patiënten.
- Moderne, bruikbare technieken van neuromonitoring zijn: meting van de intracraniële en de cerebrale perfusiedruk en continue elektro-encefalografie.
- Methoden die ook betrouwbaar zijn en goed toepasbaar, maar minder relevant voor de kliniek, zijn cerebrale microdialyse van vloeistof uit de extracellulaire ruimte, bepaling van de parenchymale zuurstofspanning en bepaling van de veneuze zuurstofsaturatie.
- Overige, niet klinisch toepasbare methoden zijn: bepaling van de cerebrale bloedstroomsnelheid, de corticale weefselperfusie of de regionale cerebrale oxygenatie.
Reacties