Neuromonitoring bij patiënten na ernstig traumatisch hersenletsel

Klinische praktijk
H. Folkersma
S.M. Peerdeman
M.C. Visser
E.M. Vriens
A.R.J. Girbes
W.P. Vandertop
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:1394-8
Abstract

Samenvatting

- De prognose van traumatisch hersenletsel wordt in belangrijke mate bepaald door het primaire letsel ten gevolge van het ongeval.

- Mede door de introductie van geavanceerde technieken van neuromonitoring, is er belangrijke vooruitgang geboekt in een beter begrip van de pathofysiologie van secundaire hersenschade na traumatisch hersenletsel. Vroege herkenning en behandeling van verschijnselen die leiden tot deze vorm van hersenschade, lijken cruciaal in het streven naar een verbetering van de neurologische uitkomst van deze patiënten.

- Moderne, bruikbare technieken van neuromonitoring zijn: meting van de intracraniële en de cerebrale perfusiedruk en continue elektro-encefalografie.

- Methoden die ook betrouwbaar zijn en goed toepasbaar, maar minder relevant voor de kliniek, zijn cerebrale microdialyse van vloeistof uit de extracellulaire ruimte, bepaling van de parenchymale zuurstofspanning en bepaling van de veneuze zuurstofsaturatie.

- Overige, niet klinisch toepasbare methoden zijn: bepaling van de cerebrale bloedstroomsnelheid, de corticale weefselperfusie of de regionale cerebrale oxygenatie.

Auteursinformatie

VU Medisch Centrum, afd. Neurochirurgie, De Boelelaan 1117, 1081 HV Amsterdam.

Mw.H.Folkersma, assistent-geneeskundige; mw.S.M.Peerdeman en prof.dr.W.P.Vandertop, neurochirurgen.

Afd. Neurologie: mw.dr.M.C.Visser, neuroloog.

Afd. Klinische Neurofysiologie: mw.dr.E.M.Vriens, neuroloog en klinisch neurofysioloog.

Afd. Intensive Care: prof.dr.A.R.J.Girbes, internist-intensivist en klinisch farmacoloog.

Contact prof.dr.W.P.Vandertop (wp.vandertop@vumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties