Netvliesloslatingen en netvlieschirurgie

- The incidence of retinal detachment is approximately 1:10,000. Most retinal detachments occur between the ages of 50 and 65 years.

- A rhegmatogenous retinal detachment starts with a tear in the peripheral retina. Through this retinal tear liquefied vitreous may enter the subretinal space, resulting in a retinal detachment with progressive visual loss. In 50 prodromal light flashes are observed.

- Laser coagulation around a tear without subretinal fluid can make surgical intervention unnecessary in approximately 96 of cases.

- When subretinal fluid is present, conventional scleral buckling surgery is successful in 80-90 of the cases. In more complex retinal detachments or in re-detachment cases, a trans pars plana vitrectomy is indicated.

- Anatomical success can be achieved in approximately 96 of cases, sometimes after several operations. Functional success depends on preoperative pathology and duration of the detachment. Eyes with retinal detachment of the macula and with larger and complex defects have poorer visual prognosis.

Samenvatting

- De incidentie van netvliesloslatingen (ablatio retinae) is ongeveer 1 op 10.000 per jaar. De meeste netvliesloslatingen treden op tussen het 50e en het 65e jaar.

- Een rhegmatogene ablatio retinae begint met een defect in de perifere retina. Via dit defect kan vervloeid glasvocht in de subretinale ruimte komen, waardoor een netvliesloslating kan ontstaan met uitval van het gezichtsvermogen. In 50 van de gevallen gaan hieraan lichtflitsen vooraf.

- Door lasercoagulatie rondom een defect zonder subretinaal vocht is in meer dan 95 van de gevallen een netvliesoperatie te voorkomen.

- Als er eenmaal een subretinale vochtophoping bestaat, heeft een conventionele netvliesoperatie (aanhechten van een cerclagebandje en plombe(s) op de sclera) in 80-90 van de gevallen succes. Bij gecompliceerdere vormen van netvliesloslatingen of bij recidieven is een glasvochtoperatie geïndiceerd.

- In ongeveer 96 van de gevallen wordt, soms na meerdere operaties, een anatomisch succes bereikt. Het functionele resultaat hangt af van de aard en de duur van de primaire netvliesloslating. Bij ogen met een netvliesloslating ter plaatse van de macula en bij ogen met zeer grote en complexere defecten bestaat een slechtere prognose.