Vermoeidheid staat in de top 10 van meest gerapporteerde klachten in de huisartsenpraktijk.1 Ook in de tweede lijn komt de klacht veelvuldig voor. Niet alleen de behandeling van vermoeidheid en onderzoek naar de oorzaak ervan behoren tot het werkterrein van artsen. Ook worden artsen steeds vaker ingeroepen bij arbeids- of verzekeringsconflicten als de vermoeidheid langdurig aanhoudt en invaliderend is. De arts moet dan beoordelen of er inderdaad sprake is van chronische vermoeidheid die al dan niet samenhangt met ziekte. Momenteel bestaat er echter geen algemeen aanvaarde Nederlandstalige definitie van het begrip ‘chronische vermoeidheid’.
Het ontbreken van zo’n definitie vinden wij, leden van de Vlaams-Nederlandse Onderzoekersgroep-Chronische Vermoeidheid (VNO-CHROVER), problematisch. Ten eerste kan hierdoor spraakverwarring ontstaan tussen patiënt en hulpverlener. De laatste kan niet goed nagaan of de langdurige vermoeidheid waarvan de patiënt spreekt hetzelfde is als wat de hulpverlener verstaat onder chronische vermoeidheid. Er kan zelfs niet worden vastgesteld of…
Reacties