Vergadering gehouden op 15 november 2001 te Utrecht
V.J.Goossens, D.M.van Leeuwen, D.C.Baas, C.A.Brugeman en A.J.van der Ven (Maastricht), Bij HIV-1-patiënten is er, na aanvang van ‘highly active antiretroviral therapy’, een tijdelijke vertraging in de CD4-respons bij cytomegalovirusseropositieve patiënten
In-vitrostudies wijzen erop dat, naast cytomegalovirus (CMV), ook herpes-simplexvirus (HSV) type 1 en 2 kan fungeren als virale cofactor voor HIV-replicatie. Wij bestudeerden of seropositiviteit voor CMV, HSV-1 of HSV-2 gepaard gaat met een gewijzigde CD4-respons tijdens ‘highly active antiretroviral therapy’ (HAART).
Methoden
Het beloop van CD4-cellen werd geanalyseerd bij HIV-1-patiënten bij wie de virale ‘load’ daalde tot
Resultaten
14 (23) CMV-seronegatieve…
Reacties