Hoeveel kinderen worden er nu eigenlijk gepest op school? De schattingen van onderzoekers lopen nogal ver uiteen doordat de definities verschillen, de studieopzet wisselt en de gehanteerde meetinstrumenten niet overeenstemmen. Om aan deze situatie een eind te maken is in 2003 de Europese ‘Kidscreen’-studie opgezet. Daarin zijn duizenden kinderen tussen…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:C77
Nederlandse kinderen goed in pesten
Als tweede auteur van het artikel in Pediatrics waaraan gerefereerd wordt, nuanceer ik graag één en ander in de berichtgeving.
• De Europese ‘Kidscreen’-studie is zeker niet, zoals vermeld, een studie die is opgezet om een eind te maken aan de verschillende meetmethoden voor de registratie van pesten. De Kidscreen-studie betreft namelijk een Europees aanbestedingsproject dat gericht was op de ontwikkeling van gestandaardiseerde screeningsinstrumenten voor het meten van kwaliteit van leven. Vandaar ook de genoemde vragen over ondermeer ouders, stemmingen en fysieke gezondheid. Op de website kidscreen.diehauptstadt.de is meer informatie te vinden over het project.
• Wel is het zo dat deze grote internationale studie het voordeel heeft dat er in een aantal landen, in grote steekproeven, gestandaardiseerde vragenlijsten verspreid zijn. Hierdoor konden we tussen de landen goed relatieve posities vergelijken, waarbij we geen last hadden van wisselende meetmethoden.
• In de gestandaardiseerde vragenlijsten is ook gevraagd naar pesten. Pesten werd, zoals vermeld, aan de hand van drie vragen over de afgelopen week gemeten: ‘Ben je wel eens bang voor andere kinderen?’, ‘Ben je wel eens uitgelachen?’ en ‘Ben je wel eens gepest?’. Scores op deze drie vragen vormden samen een gestandaardiseerde Kidscreen-schaal. We keken naar het percentage kinderen dat 1 standaarddeviatie onder het Europese gemiddelde van deze schaal scoorde. In Nederland was dit percentage 26,6. Belangrijkste conclusie die we uit dit percentage kunnen trekken is dat de positie van Nederland ten opzichte van de andere landen niet heel positief te noemen is. In Nederland zeggen dus relatief meer kinderen last te hebben van pesten.
• We moeten echter voorzichtig zijn met de constatering dat in Nederland ‘1 op de 4 kinderen in Nederland wordt gepest’. In deze studie is een uniforme, maar een niet-gangbare methode voor de registratie van pesten gebruikt. Daarbij is een afkappunt gehanteerd dat ook elders had kunnen liggen, met in dat geval andere percentages tot gevolg.
• In een recente publicatie gaan we niet alleen in op de Kidscreen-steekproef (26,6% slachtoffer volgens bovenstaande methode) [1]. We beschrijven hierin ook de steekproef van het project waarin de anti-pestmethode ‘PRIMA’ werd geëvalueerd. In die studie werd pesten gemeten volgens een gangbare wijze, namelijk met de 'Bully/victim questionnaire' van Olweus [2]. Op basis van zelfrapportage lag het percentage slachtoffers in deze steekproef op 18,5.
Literatuur
[1] Klein Velderman M, Van Dorst AG, Wiefferink CH, Detmar SB, Paulussen TGWM. Quality of life of bullies, victims, and bully/victims among school-aged children in the Netherlands. The KIDSCREEN group. Advances in School Mental Health Promotion. 2008;1:42-52.
[2] Olweus D. The Olweus bully/victim questionnaire. Universiteit van Bergen; 1989.
TNO Kwaliteit van Leven, Leiden
Mariska Klein Velderman, onderzoeker