Nacontrole oncologie – grotere rol voor de huisarts

Patients who undergo curative treatment for cancer continue to be medically monitored for a number of years. Scheduled aftercare, mainly aimed at early detection of locoregional cancer recurrences, distant metastases and secondary primary tumours, takes place chiefly in the second line, but is expected to shift to the first line. Figures from the Nijmegen Continuous Morbidity Registration show that an average (Dutch) general practitioner, caring for about 2500 patients, has in his practice 90 patients who have or have had cancer. This number will increase due to the increasing prevalence of cancer. In addition, extra consultations for each cancer patient will increase the demand for GP care.

Conflict of interest: none declared. Financial support: none declared.

Samenvatting

Patiënten die curatief zijn behandeld voor kanker, blijven nog jaren onder medische controle. De programmatische nacontrole, vooral gericht op het vroeg ontdekken van locoregionale recidieven, metastasen op afstand en tweede primaire tumoren, vindt vooral in de tweedelijn plaats, maar zal naar verwachting gaan verschuiven naar de eerstelijn. Cijfers van de Continue Morbiditeitsregistratie Nijmegen laten zien dat in een gemiddelde huisartsenpraktijk met 2500 patiënten 90 mensen kanker hebben of hebben gehad. Dit aantal zal toenemen door een stijgende prevalentie van kanker. Daarnaast zullen extra consulten per kankerpatiënt zorgen voor een grotere vraag naar huisartsenzorg.