Nachtelijke zuurstoftherapie bij COPD

Waarom dit onderzoek?

Continue zuurstoftherapie verbetert de overleving van patiënten met COPD en ernstige hypoxemie overdag in rust. Patiënten met COPD die hier niet voor in aanmerking komen, hebben ’s nachts vaak een verlaagde zuurstofsaturatie. Een lage zuurstofsaturatie tijdens het slapen is een risicofactor voor progressie van COPD, hartfalen, pulmonale hypertensie, hart- en vaatziekten en overlijden. Artsen kiezen daarom vaak voor nachtelijke zuurstoftoediening. De effectiviteit van zuurstoftherapie als behandeling van nachtelijke hypoxemie is echter onduidelijk.

Onderzoeksvraag

Heeft langdurige nachtelijke zuurstoftoediening invloed op de mortaliteit of progressie van COPD bij patiënten die niet in aanmerking komen voor continue zuurstoftherapie?

Hoe werd dit onderzocht?

De onderzoekers verrichtten een dubbelblind, placebogecontroleerd, gerandomiseerd onderzoek in de periode 2010-2015 in 28 ziekenhuizen uit 4 landen. De onderzoekers includeerden COPD-patiënten die minimaal 6 maanden niet meer rookten, een stabiel ziekteverloop hadden en bij pulsoximetrie 2 keer een zuurstofsaturatie < 90% binnen 2 weken hadden. Van de beoogde 600 patiënten konden er slechts 243 gerandomiseerd worden tussen nachtelijke toediening van zuurstof (n = 123) of omgevingslucht (n = 120). De primaire uitkomstmaat was samengesteld uit overlijden (ongeacht de doodsoorzaak) en de noodzaak van continue zuurstoftherapie. Secundaire uitkomstmaten waren onder andere het aantal exacerbaties en ziekenhuisopnamen.

Belangrijkste resultaten

Na een follow-upperiode van 4 jaar was de primaire uitkomst opgetreden bij 47,5% van de patiënten in interventiegroep (15,6 per 100 persoonsjaren) en bij 54,0% van de patiënten in de placebogroep (18,1 per 100 persoonsjaren); dit resulteerde in een hazardratio van 0,87 (95%-BI: 0,61-1,25) voor de samengestelde uitkomstmaat, 0,98 (95%-BI: 0,60-1,63) voor overlijden en 0,87 (95%-BI: 0,57-1,34) voor de noodzaak van continue zuurstoftherapie. Het aantal exacerbaties en ziekenhuisopnamen verschilde niet tussen beide groepen.