Na-onderzoek bij 69 patiënten met een Hancock-bioprothese

Onderzoek
F.R. den Hartog
A.A.H. Meurs
B.S. Zienkowicz
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1152-7
Abstract

Samenvatting

Wij verrichtten een na-onderzoek naar de duurzaamheid van de Hancock-bioprothese bij 69 patiënten. Aortaklepvervanging vond plaats bij 53 patiënten, mitralisklepvervanging bij 8 patiënten en zowel aorta- als mitralisklepvervanging bij 8 patiënten. Na-onderzoek was mogelijk bij 65 patiënten. Eén patiënt overleed tijdens de operatie. In de na-onderzoeksperiode overleden 2 patiënten ten gevolge van cardiogene shock, 2 patiënten aan endocarditis, 2 patiënten aan een hersenbloeding en 2 patiënten aan niet-cardiale oorzaak. Een tweede operatie werd bij 8 patiënten verricht; bij 5 patiënten, allen jonger dan 40 jaar, wegens degeneratie van de bioprothese, bij 2 wegens endocarditis en bij 1 wegens paravalvulvair lekken. De actuariële berekende duurzaamheid van de Hancock-bioprothese bedroeg 77 na 9 jaar. Infectieuze endocarditis ontstond bij 4 patiënten (1,6 per patiëntjaar). Wij concluderen dat degeneratie en endocarditis van de Hancock-bioprothese de meest voorkomende en bedreigende complicaties zijn.

Auteursinformatie

Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam.

Afd. Cardiologie: F.R.den Hartog (thans: Zuiderziekenhuis, Groene Hilledijk 301, 3075 EA Rotterdam) en dr.A.A.H.Meurs, cardiologen.

Afd. Cardiopulmonale Chirurgie: dr.B.S.Zienkowicz, cardiopulmonaal chirurg.

Contact F.R.den Hartog

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties