Inleiding
N. facialis-verlammingen maken bij kinderen circa 1 uit van de afwijkingen van het zenuwstelsel en kunnen reeds bij de geboorte aanwezig zijn, maar ook na de geboorte ontstaan.1 De reeds bij de geboorte aanwezige verlamming kan berusten op een erfelijke afwijking (bijvoorbeeld syndroom van Möbius), een intra-uteriene beschadiging (bijvoorbeeld druk van de schouder op het mastoïd, thalidomide-vergiftiging) of op een geboortetrauma (bijvoorbeeld schedeltrauma, intracraniële bloeding, druk bij persen, forcipaal trauma).
Kort na de geboorte kan worden bepaald of de oorzaak van de facialisverlamming al dan niet op een geboortetrauma berust, onder andere door middel van anamnese, klinisch onderzoek, röntgenologisch onderzoek en elektromyografie.2 Bij een niet-traumatische verlamming treedt na de geboorte geen verbetering op, bij een traumatische is dat wel mogelijk.
De ontwikkelingsstoornissen van de N. facialis en de omgevende structuren kunnen als volgt worden ingedeeld:3
– Bij circa 7 van de patiënten is het benige gedeelte…
Reacties