Mycofenolzuur: veelbelovend immunosuppressivum na orgaantransplantatie

Three major double-blind trials in kidney transplantation patients have shown that mycophenolic acid (mycophenolate mofetil), added to an immunosuppressive regimen consisting of cyclosporine and prednisone, reduces the incidence of acute rejection after kidney transplantation by 50, during the first six months.

This statistically significant reduction is achieved equally with daily doses of 2 or of 3 g. In view of the fact that the side effects (diarrhoea, abdominal cramps, leukopenia) are more frequently found in the patients treated with 3 g, it is advised to prescribe 2 g mycophenolic acid.

As acute rejection is a risk factor for the development of chronic rejection and because a beneficial effect of mycophenolic acid on chronic rejection in animal models has been observed, there may also be an effect on late graft loss due to chronic rejection after kidney transplantation in man.

Samenvatting

Drie grote dubbelblinde onderzoeken bij niertransplantatiepatiënten hebben aangetoond dat toevoeging van mycofenolzuur (mycofenolaatmofetil) aan de behandeling met ciclosporine en prednison een halvering van het aantal acute afstotingen in het eerste half jaar na transplantatie tot gevolg heeft.

Deze statistisch significante afname wordt zowel bereikt met een dagelijkse dosering van 2 g als met 3 g. Aangezien de met mycofenolzuur gepaard gaande bijwerkingen (diarree, buikkramp, leukopenie) vaker optreden bij de met 3 g mycofenolzuur behandelde patiënten wordt geadviseerd 2 g per dag voor te schrijven.

Gezien de effecten van mycofenolzuur op chronische afstoting in dierexperimenteel onderzoek en gezien de bekende samenhang van het optreden van acute afstoting in de eerste maanden met het optreden van chronische afstoting op de lange termijn, wordt er ook veel verwacht van mycofenolzuur ten aanzien van behoud van transplantaten op de lange termijn.