Recent hebben Amerikaanse onderzoekers de risico’s geëvalueerd van MRI-onderzoek bij een grote groep patiënten met een niet-MRI-veilige pacemaker of icd.1 Ze beschrijven dat, met de juiste veiligheidsmaatregelen, er geen klinisch relevante langetermijnrisico’s waren tijdens ruim 2100 scans bij ruim 1500 patiënten. Uit deze bevindingen zou geconcludeerd kunnen worden dat het toepassen van MRI bij deze categorie patiënten nu als ‘veilig’ beschouwd kan worden. Het is echter de vraag of dit een gerechtvaardigde conclusie is.
Diverse studies hebben aangetoond dat toegang tot MRI de klinische uitkomst voor een patiënt verbetert, niet alleen omdat hiermee gedetailleerde afbeeldingen kunnen worden gemaakt, maar ook vanwege de mogelijkheid tot in-vivoweefselkarakterisering. Deze unieke combinatie van eigenschappen maakt MRI waardevol, in het bijzonder voor de evaluatie van tumoren van het centrale zenuwstelsel, musculoskeletale afwijkingen en afwijkingen in het abdomen. Mede hierdoor is het gebruik van MRI de afgelopen jaren exponentieel toegenomen.2
MRI en implantaten: een slecht huwelijk
Deze afwijkingen komen veel voor bij de oudere populatie, een percentueel sterk groeiend deel van de totale bevolking. In dezelfde populatie worden juist ook de meeste pacemakers en icd’s geïmplanteerd. Ruim 75% van alle eerste pacemakerimplantaties vindt plaats bij patiënten in de leeftijdscategorie 60-90 jaar. Naar schatting ontstaat bij ook weer 75% van de device-dragers na implantatie een indicatie voor MRI.3,4
Het sterke magnetische veld van een MRI-scanner kan de werking van…
Reacties