Moleculair-genetische aspecten van neurofibromatosis

Klinische praktijk
T.J.M. Hulsebos
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:620-3
Abstract

Samenvatting

– Twee vormen van neurofibromatose, type 1 (NF1) en type 2 (NF2), houden verband met genen gelokaliseerd op respectievelijk chromosoom 17 en 22.

– De genen die bij neurofibromatose geïnactiveerd zijn, coderen voor respectievelijk het eiwit neurofibromine en merline. Omdat inactivering leidt tot tumorziekte worden ze tumorsuppressorgenen genoemd.

– Neurofibromine heeft overeenkomsten met eiwitten die zorgen voor de inactivering van oncogenen. Merline vertoont verwantschap met eiwitten die het cytoskelet en de celmembraan met elkaar verbinden. De precieze functie van de eiwitten is nog onbekend.

– Het NF1-gen wordt gekenmerkt door uitzonderlijk grote gevoeligheid voor mutatie; de helft van de NF1-patiënten heeft de ziekte niet door overerving.

– Bij de familiaire vorm van neurofibromatose wordt een gemuteerd gen overgeërfd en wordt het normale allel in de tumor geïnactiveerd waardoor tumoruitgroei kan plaatsvinden. Bij de sporadische vorm van neurofibromatose worden beide normale allelen lokaal in het weefsel geïnactiveerd zodat ter plaatse een tumor ontstaat.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Instituut voor Antropogenetica, Meibergdreef 15, 1105 AZ Amsterdam.

Dr.T.J.M.Hulsebos, moleculair bioloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties