Samenvatting
- Voor diverse auto-immuunziekten is de etiologie niet opgehelderd.
- Microchimerisme, het persisteren van kleine aantallen niet-eigen allogene cellen in een individu, is vrij recent genoemd in verband met het optreden van auto-immuunziekten zoals sclerodermie en juveniele idiopathische inflammatoire myopathie.
- Deze allogene cellen kunnen afkomstig zijn van de wederzijdse uitwisseling van bloedcellen tussen moeder en foetus tijdens de zwangerschap, of van een donor na bloedtransfusie of via een (orgaan)transplantatie.
- Soms treedt dan een ziektebeeld op dat overeenkomsten vertoont met een chronische omgekeerde afstotingsreactie (‘graft-versus-host’-reactie) na stamceltransplantatie, waarbij allogene cellen zich richten tegen eigen, autologe cellen.
- Onderzoeken met betrekking tot microchimerisme bij patiënten met sclerodermie en juveniele idiopathische inflammatoire myopathie in vergelijking met controlepersonen wijzen op een soms sterk toegenomen vóórkomen van microchimerisme bij patiënten. Echter, ook bij gezonde controlepersonen kan microchimerisme worden gevonden.
- Een direct bewijs voor een causaal verband tussen microchimerisme en auto-immuunziekten is er niet. Wellicht zijn bijkomende genetische of omgevingsfactoren mede verantwoordelijk voor een verstoring van de balans tussen tolerantie en agressie.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1556-60
Reacties