Dit artikel is een actualisatie van een eerder verschenen nascholingsartikel over moeheid (D6282). In de rubriek ‘10 vragen over’ beantwoorden experts veelvoorkomende vragen over een bepaald onderwerp. Test je kennis met de onlinetoets.
Toets voor nascholing
Aan dit leerartikel is een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kan verdienen. De toets is beschikbaar tot 28 oktober 2026.
Overzicht van te behalen accreditatiepunten
Specialisme | Punt(en) |
---|---|
Alle BIG-erkende specialismen | 1 |
- Deze toets geldt voor alle BIG-erkende specialismen en levert je 1 nascholingspunt op. De toets is geaccrediteerd door ABAN, NAPA, KNMP en NVZA.
- De toets telt mee binnen en buiten het eigen vakgebied voor medisch specialisten, huisartsen, sociaal geneeskundigen,specialisten ouderengeneeskunde, apothekers en physician assistants. De accreditatie geldt niet voor verpleegkundig specialisten.
- De toewijzing van punten verloopt via PE-online (het herregistratiesysteem) na het invullen van je BIG-nummer.
Samenvatting
Veel mensen met moeheid gaan niet naar een arts. Bij ongeveer driekwart van de patiënten die vanwege moeheid naar de huisarts gaan, wordt geen oorzaak gevonden. Vanwege de lage prevalentie van somatische oorzaken moet de huisarts terughoudend zijn met aanvullende diagnostiek; goed lichamelijk onderzoek is wel aangewezen. Bij langdurige moeheid (> 6 maanden) is het zinvol om meer onderzoek te doen. Het is nuttig de familieanamnese uit te diepen en te letten op bloedverwantschap, met het oog op zeldzame ziekten. Verder is uitgebreid bloedonderzoek van belang, net als aandacht voor slaapstoornissen; moeheid en slaapproblemen zijn nogal eens met elkaar verweven. Verwijzing naar een specialist is verstandig, omdat die bekend is met de zeldzamere ziektebeelden. De prognose van langdurige moeheid is slecht, zeker als voldaan wordt aan de criteria voor ME/CVS. Langdurige moeheid kan worden behandeld met psycho-educatie, lichamelijke activiteit en specifieke therapieën gericht op slaapstoornissen.
Reacties