Welke anti-emetica kunnen acute misselijkheid en braken bij chemotherapie voorkómen? Olanzapine verdient wellicht een plaats, maar het blijft moeilijk om misselijkheid te onderdrukken. Een recente systematische review maakt duidelijk dat er nog veel vragen open liggen. Hoe kies je de meest geschikte therapie voor een specifieke patiënt?
Nieuwe inzichten in de pathofysiologie van misselijkheid en braken na chemotherapie (‘chemotherapy-induced nausea and vomiting’, CINV) en de ontwikkeling van moderne anti-emetica die daar het gevolg van was, hebben de afgelopen decennia geleid tot opmerkelijke verbeteringen in de preventie van CINV.1 Desondanks blijft CINV-preventie vaak suboptimaal. Weinig bijwerkingen van een kankerbehandeling worden meer gevreesd door de patiënten dan misselijkheid en braken.2,3 Het voorkómen hiervan heeft dan ook een belangrijk effect op de kwaliteit van leven en de motivatie van de patiënt om de beoogde behandelingen met chemotherapie te ondergaan.
De beste preventie van CINV wordt bereikt met een optimale anti-emetische behandeling tijdens de eerste chemokuur, gebaseerd op aanbevelingen uit evidencebased internationale richtlijnen.4 Als de patiënt ondanks passende profylaxe toch misselijk wordt en moet braken, wordt meestal een anti-emeticum met een ander aangrijpingspunt aan de bestaande therapie toegevoegd. Bij zowel preventie als behandeling van CINV moet rekening gehouden…
Reacties