Samenvatting
Doel
Het bepalen van de toegevoegde waarde van de mediastinoscopie/-tomie tijdens preoperatieve stadiëring bij patiënten met een niet-kleincellig bronchuscarcinoom.
Opzet
Retrospectief.
Methode
Patiënten die in de periode 1994-2000 in het Academisch Ziekenhuis Groningen een mediastinoscopie/-tomie ondergingen voor stadiëring van een niet-kleincellig bronchuscarcinoom werden geëvalueerd. Uitgaande van gegevens van anamnese, lichamelijk en beeldvormend onderzoek en bronchoscopie werd vervolgens de toegevoegde waarde van de mediastinoscopie bepaald door een logistische-regressiemodel. Niet alleen de bijdrage van de beperkte mediastinoscopie (waarbij uitsluitend lymfeklierbiopsieën aan de kant van de primaire tumor worden verricht), maar ook de toegevoegde waarde van de uitgebreidere standaardmediastinoscopie (voldoet aan de minimumeisen ten aanzien van aantal en lokalisatie van gebiopteerde lymfeklieren, dat wil zeggen minimaal de stations 2L, 2R, 4R, 4L en 7) werd bestudeerd. De uitkomst waartegen alle testuitslagen werden geëvalueerd, was het vastgestelde pathologische tumorstadium.
Resultaten
Bij 176 evalueerbare patiënten bleek het percentage patiënten met juist voorspelde resectabiliteit van de ziekte 58 (95-BI: 50-67) te zijn wanneer alleen anamnese, lichamelijk onderzoek en bronchoscopie in het model werden betrokken. Met name leeftijd was een belangrijke factor. Werd de beperkte mediastinoscopie erbij betrokken, dan werd het percentage patiënten met juiste voorspelling 69 (95-BI: 61-77). Toevoeging van de standaardmediastinoscopie verbeterde het percentage aanzienlijk meer: 81 (95-BI: 75-88).
Conclusie
De standaardmediastinoscopie waarbij tenminste 5 verschillende lymfeklierstations worden gebiopteerd, was van grotere diagnostische waarde dan de beperkte mediastinoscopie.
Reacties