artikel
Patiënten met langdurige schouderklachten door subacromiale inklemming (‘impingement’) hebben meer baat bij een specifiek oefenprogramma dan bij willekeurige schouderoefeningen. Dat is de belangrijkste conclusie van onderzoek in BMJ (2012; epub 20 februari).
Om de effectiviteit van een specifiek trainingsprogramma te onderzoeken verdeelden Theresa Holmgren en collega’s van de Universiteit van Linköping (Zweden) 97 patiënten over 2 groepen. Deze patiënten hadden minimaal 6 maanden schouderklachten en stonden op de wachtlijst voor een operatie. Beide groepen kregen bij aanvang van de studie een glucocorticoïdinjectie en vervolgens bezochten ze in 12 weken tijd 7 keer de fysiotherapeut en oefenden ze elke dag thuis. De 46 mensen in de interventiegroep kregen spierversterkende excentrische oefeningen – verlenging van de spier tijdens contractie – met gewichten, gericht op de spieren van de rotatorenmanchet en het schouderblad. De overige 51 patiënten voerden willekeurige schouderoefeningen zonder gewichten uit. Na 12 weken bepaalden de auteurs op een schaal van 0-100 de pijnklachten en de functionele status van de schouder met de ‘Constant-Murley’-score en vroegen de deelnemers naar kwaliteit van leven en operatiewens.
Functionaliteit en pijnklachten verbeterden significant met specifieke trainingen; deze patiënten gaven in totaal 24 punten verbetering aan, tegenover 8 in de controlegroep. Het verschil in de scores voor de functionaliteit was 8 en voor pijn zelfs 20. Ook de kwaliteit van leven was significant beter en de wens tot operatie was met 20% duidelijk lager dan de 63% in de controlegroep.
Veelbelovende resultaten dus, in een groep patiënten met chronische en moeilijk te behandelen schouderklachten. De auteurs verwachten dat patiënten uit de eerste lijn er ook baat bij hebben, maar of dat echt zo is moet onderzoek met een langere follow-upduur uitwijzen.
(Bijdrage: Karen van Weelden.)
Reacties