Samenvatting
Doel
Vaststellen hoe betrouwbaar vriescoupeonderzoek van schildwachtklieren is bij operatie wegens mammacarcinoom.
Opzet
Retrospectief.
Methode
In het Reinier de Graaf Gasthuis en Diagnostisch Centrum SSDZ Delft werden de vriescoupeuitslagen van de schildwachtklieren bij mammacarcinoom uit de periode 1997-2000 vergeleken met de definitieve pathologieuitslagen. Wanneer okselkliertoilet bij deze patiënten was verricht, werden ook de histopathologische gegevens over de daarbij verwijderde lymfeklieren opgezocht.
Resultaten
In totaal werden 287 schildwachtklieren van 275 patiënten met vriescoupes onderzocht. Bij 64 patiënten werd tumor in deze vriescoupe gevonden en zij ondergingen aansluitend een volledig okselkliertoilet. Bij 31 van hen werd ook in de daarbij weggenomen lymfeklieren tumor gevonden. Bij 29 van deze 31 had de metastase bij histologisch onderzoek kapseldoorbraak getoond. De vriescoupes van de schildwachtklieren van de resterende 211 patiënten werden als negatief beschouwd. Bij 13 patiënten met een negatieve vriescoupe bleek in de paraffinecoupe de schildwachtklier toch tumor te bevatten en bij hen werden de overige okselklieren bij een tweede ingreep weggenomen. Bij de laatste 89 patiënten in het onderzoek werden de schildwachtklieren op 4 niveaus aangesneden en werd op 1 niveau een immunohistochemische kleuring op cytokeratinen verricht. Hierbij bleken de lymfeklieren van 4 van de 13 patiënten met (fout-)negatieve schildwachtklieren micrometastasen te bevatten. Fout-positieve uitslagen kwamen niet voor.
Conclusie
De grote winst van het schildwachtklieronderzoek bij patiënten met een mammacarcinoom is het vermijden van een okselklierverwijdering bij vrouwen zonder metastasen. Door vriescoupeonderzoek tijdens de operatie kon 83 van de patiënten met een metastase in de schildwachtklier (of ongeveer een kwart van alle patiënten) het okselkliertoilet op een later tijdstip bespaard blijven.
Reacties