Micrografische chirurgie van Mohs voor het basaalcelcarcinoom in het gelaat: een gerandomiseerde, gecontroleerde trial*

Onderzoek
Klara Mosterd
Gertruud A.M. Krekels
Fred H.M. Nieman
Judith U. Ostertag
Brigitte A.B. Essers
Carmen D. Dirksen
Peter M. Steijlen
Anton Vermeulen
H.A. Martino Neumann
Nicole W.J. Kelleners-Smeets
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A228
Abstract

Samenvatting

Doel

Het vergelijken van micrografische chirurgie van Mohs (MMC) met conventionele excisie als behandeling van het basaalcelcarcinoom (BCC) in het gelaat.

Opzet

Prospectieve, gerandomiseerde, ongeblindeerde studie (www.controlled-trials.com; nummer ISRCTN65009900).

Methode

Wij randomiseerden 408 primaire en 204 eerste en tweede recidief-BCC’s in het gelaat uit 7 Nederlandse ziekenhuizen voor MMC of excisie. De primaire uitkomstmaat was een histologisch bevestigd, klinisch lokaal recidief. Secundaire uitkomstmaten waren kosteneffectiviteit en risicofactoren voor therapiefalen. Statistische analyse werd verricht volgens het ‘intention to treat’-principe.

Resultaten

Na 5 jaar follow-up waren er 7 recidieven van 7 primaire BCC’s (4,1%) behandeld met excisie, tegen 4 recidieven (2,5%) behandeld met MMC (logranktest-χ2: 0,718; p = 0,397). Het verschil in aantal recidieven was niet statistisch significant. Cox-regressieanalyse toonde geen significante effecten van de gemeten risicofactoren. De totale behandelingskosten bedroegen € 1248,– voor MMC en € 990,– voor excisie. In de groep met recidief-BCC’s waren er na 5 jaar follow-up 2 recidieven (2,4%) na behandeling met MMC, tegen 10 recidieven (12,1%) na behandelding met excisie (logranktest-χ2: 5,96; p = 0,015). De effectiviteit van MMC was significant hoger. In de cox-regressieanalyse bleek een agressief histologisch subtype een significante risicofactor. De totale behandelingskosten bedroegen € 1284,– voor MMC en € 1043,– voor excisie.

Conclusie

Bij behandeling van het primaire BCC in het gelaat is er geen statistisch significant verschil in aantal recidieven tussen behandeling met MMC en excisie. Behandeling van een recidief-BCC met MMC resulteert in een significant lager aantal tweede of derde recidieven.

Auteursinformatie

Maastricht Universitair Medisch Centrum, Maastricht.

Afd. Dermatologie: drs. K. Mosterd, prof.dr. P.M. Steijlen en dr. N.W.J. Kelleners-Smeets, dermatologen.

Afd. Pathologie: drs. A. Vermeulen, patholoog.

Afd. Klinische Epidemiologie en Medische Technologieassessment: dr. F.H.M. Nieman, dr. B.A.B. Essers en dr. C.D. Dirksen, statistici.

Catharina-ziekenhuis, Eindhoven.

Afd. Dermatologie: dr. G.A.M. Krekels en dr. J.U. Ostertag, dermatologen.

Erasmus MC-Centrum, afd. Dermatologie, Rotterdam.

Prof.dr. H.A.M. Neumann, dermatoloog.

Contact drs. K. Mosterd (k.mosterd@mumc.nl)

Verantwoording

Deze trial is geregistreerd bij www.clinical-trials.com onder nummer ISRCTN65009900.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: ZonMw (subsidienummer: OG99-30).
Aanvaard op 12 februari 2009

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties